Paaszondag

“En wat gebeurde er op die derde dag, oom Johannes?”
“Eindelijk was de derde dag aangebroken. Het was Zondagmorgen. Wat waren wij
verbaasd toen wij Maria Magdalena zagen, die ons kwam vertellen, dat het graf leeg
was! De grote steen was weggerold. We schrokken van dat verhaal. Onmiddellijk
holden we naar het graf. Ik was er het eerste, maar ik ging niet naar binnen, ik durfde
niet! Petrus ging wel het graf in en zag, dat het lijkkleed en de zweetdoek netjes opgerold waren. Jezus was er niet!! Ik ging naar binnen …en was met stomheid geslagen.. Al mijn twijfels waren opeens verdwenen. Ik wist zeker, dat Jezus niet dood was. Jezus wàs uit de dood opgestaan! Hij leeft! Nu begrepen wij pas de woorden, die Hij gezegd had: Ik zal opstaan uit de dood! Wij gingen terug naar huis om de anderen het blijde nieuws te verkondigen.”
“Ging Maria Magdalena met jullie mee?”
“Nee, Maria was bij het graf blijven staan. Ze was heel verdrietig en huilde. Zij boog zich over het lege graf en was stomverbaasd, toen ze opeens twee stralende engelen zag staan, die haar vroegen waarom zij huilde. Maria zei: Ze hebben mijn Heer weggehaald en ik weet niet waar ze Hem hebben neergelegd. Ze keerde zich
om en zag plotseling nóg iemand staan. Ook Hij vroeg waarom zij huilde en naar wie zij op zoek was. Zij dacht: Dit moet de tuinman zijn en vroeg: Waar hebt U mijn Heer neergelegd, dan zal ik Hem terughalen? Toen sprak de man: M a r i a !
Maria zei: Rabboeni! Dat betekent: Meester. Want ze wist nu zeker, dat het Jezus was! Deze dingen heeft Maria Magdalena ons allemaal verteld. Jezus is daarna nog verschillende keren aan ons verschenen.”
“Wat geweldig oom! U heeft Jezus dus nog met eigen ogen kunnen zien, na zijn Verrijzenis! Wat had ik dat graag zelf willen meemaken! Kijk, ik zou het dan heel wat gemakkelijk er vinden om in Jezus te geloven.”
“Daar heeft Jezus het ook nog over gehad, jongen. Kijk, een van ons, Thomas, kon maar niet geloven dat Jezus echt was verrezen. Hij zei nog tegen mij: Ik geloof het pas, als ik zijn wonden met mijn handen kan aanraken! Nou, toen Jezus de volgen
de keer aan ons verscheen, was Thomas er ook bij. Hij heeft toen ook echt zijn
hand op Jezus’ wonden moeten leggen.
Ik zie zijn gezicht nóg voor me. Hij was er erg onder de indruk van. Hij knielde voor Jezus neer en riep toen luid: Mijn Heer en mijn God!
Jezus zei toen: Thomas, jij gelooft omdat je Mij gezien hebt. Hoe gelukkig zijn zij, die geloven zónder Mij te hebben gezien!”

Pasen is het grootste en belangrijkste feest van het jaar! We vieren dat Jezus een levende Heer is, Hij is opgestaan uit de dood. Alleluia!